|
| |
| ||
Met dit project voor een hotelaccommodatie waarin relatief veel kunst wordt geëxposeerd tracht ik bewoners en bezoekers van Valkenburg gelegenheid te bieden tot 'veredelend vermaak'. De begrippen mens-ruimte-kunst staan daarbij centraal. Ik denk aan een ontwerp dat in opzet en functie de gedachte levendig moet houden aan de Limburgse kunstenaar Charles Eyck, een begenadigd en veelzijdig kunstenaar voor wie ik grote bewondering koester. Het kunsthotel wordt tegen en in een rotshelling van mergel geprojecteerd. Mergel is het materiaal waarop deze streek gefundeerd is en het materiaal waaruit wij tot voor kort onze huizen maakten. Gaandeweg heb ik mijn gebouw gefundeerd op de mergel en een megastructuur ontwikkeld, zonder uit het oog te verliezen dat in al wat ik deed en ontwierp het erop aan komt betekenis en potentie te suggereren en veel minder om absoluut en eenduidig te bepalen. Het plan past in de ontwikkeling waarbij Valkenburg uitgroeide van een voornamelijk agrarisch dorpje sluimerend aan de voet van een 'Ruïne pittoresque', tot één van de drukste toeristencentra van Nederland. Het jaar 1885 is het jaar dat de moderne tijd voor Valkenburg begon. Toen werd een begin gemaakt met een georganiseerde vorm van toerisme. Een fenomenale groei van het toerisme zou plaatsvinden na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf die tijd hebben er in de oude stadskern van Valkenburg aanzienlijke veranderingen plaatsgevonden waarbij de vroegere woonhuizen stuk voor stuk werden verbouwd tot souvenirwinkel of bar en het oude, pittoreske stadsbeeld plaatsmaakte voor de aanblik van een modern en dus luidruchtig, fel verlicht en verre van rustig toeristencentrum. Met het idee dat indrukken over kunst ons gedoseerd moeten worden toegediend willen ze intense gevoelens kunnen oproepen leidt dit tot het ontwerp voor een monumentaal gebouw. Hopelijk betekent de combinatie van bouwwerk en de erfenis van Charles Eyck een cultureel rustpunt in het leven van heel veel bezoekers. Opleiding: Maastricht | ||
| ||
Terug |